Tóch een stukje voordat ik naar die Heimat ga. Een kennis heeft mij gevraagd of ik een stukje dat ik voor het blad ‘Jacht en Beheer’ van februari 2019 had geschreven ergens online stond. Die link was er niet, maar vanaf nu dus wel. Er zal een website komen waar je meer informatie kunt vinden over jacht. Zodra deze ‘klaar’ is, zal ik het vermelden in het blog. Maar voor nu het stukje tekst dat ik toen heb geschreven, toen ik een keer mee mocht op de vos.
“Mee op de vos!
Ik mag mee op de vos! Mijn hond sowieso, en ik mag ook mijn wapen meenemen. Helaas; Mijn wapen heb ik de dag ervoor af moeten geven, een nieuw wapen dat na 6 weken al roestte op de lopen… Nu wordt de loop opnieuw gestraald en geblauwd en ben ik het een serieus aantal weken kwijt. Maar met de hond mee op de vos is natuurlijk ook al ontzettend leuk en een nieuwe ervaring.
Wij verzamelen bij een bedrijf waar een gedeelte van de schuur is omgebouwd tot gezellige bruine kroeg. Ik dacht dat we met een groepje van 10-14 jagers zouden gaan jagen, maar de groep is beduidend groter. Handen worden geschud en ik heb ineens een hoop nieuwe gezichten en namen te onthouden. We drinken koffie en er wordt door de jachtmeester verteld waar we naartoe gaan en wie op welke post komt te staan. Met de auto gaan we naar de eerste locatie, een soort bos-strook midden in de weilanden. Ik heb als onervaren jager geen stok mee. De jagers staan op de posten en de drijvers gaan met de honden door de strook met beplanting. Als eerste drijven we door een bossage, het staat vol met meidoorns (met stekels!) en bramenstruiken. De hond heeft er gelukkig weinig last van. Helaas, geen vos te bekennen.
Het volgende stuk is door een soort moerasland. Van een mede-drijver heb ik een stok gekregen, dat maakt het lopen een stuk gemakkelijker. De stok is ook handig om tegen dichte struiken en begroeiing te slaan, zodat een vos die zich daar op zou houden, eruit gestoten wordt. Er zou een ‘pad’ langs de kanten en in het midden moeten zijn. Mijn hond, een Duitse staande draadhaar, zakt op sommige plekken tot haar buik in de modder. Gelukkig is het geen chique dame, viezigheid vindt ze alleen maar leuk. Ik zet twee stappen verkeerd en zak bijna tot mijn knieën in de modder. Ik kan er gelukkig op eigen kracht weer uit komen. Ook hier geen vos.
De laatste drift is weer een paar kilometer verderop. Eerst weer door een soort moerasland, met daarna aansluitend door het olifantengras. Ik heb het later nog gegoogeld en vond: “Olifantsgras is goed voor alles…”, dat zal best, maar om doorheen te lopen als drijver is een ander verhaal! Het is een soort kruising tussen riet en bamboe. Door de wind en de spreeuwen zijn veel van de stengels gebogen of liggen op bekkenhoogte overdwars. En juist dat maakt het zwaar om er doorheen te lopen. Ik loop me verschillende malen vast.
De stelen zijn hoog, je kunt niet zien waar je naartoe loopt. Het duurt niet lang, of ik ben totaal mij oriëntatie kwijt. Nu is mijn gevoel voor richting al niet zo goed… Tot grote hilariteit van mijn mentor had ik voor mijn eerste Duitsland-avontuur een kompas gekocht. Je weet het nooit, zonder bereik midden in een bos dat je niet kent, je zult maar verdwalen. Het gebeurt; Ik ben de andere drijvers kwijt, ik hoor twee schoten, er moet een vos gezien zijn! Ik hoor een drijver roepen dat ik het beste via een greppel in het veld kan lopen. Dat doe ik… prompt de verkeerde kant op. Ik heb intussen al een goed stuk afgelegd en besluit niet nog een keer het hele stuk terug te lopen, maar door te lopen en via de zijkant van het veld naar de drijvers te lopen. Eenmaal weer bij de andere jagers en drijvers hebben we een hoop lol. Er is een vos geschoten, iedereen wenst de schutter Waidmannsheil. We drinken in de gezellige schuur nog een borrel en eten nog een bitterbal. “De volgende keer krijg je een stok met een vlaggetje mee”, waarop mijn antwoord is: “Ik ben allang blij dat jullie het over een volgende keer hebben!”
Trouwens; Olifantsgras wordt gebruikt om te stoken. Het wordt gemaaid, versnipperd en dan geperst en is, doordat het co2 opneemt bij de groei, co2-neutraal bij de verbranding ervan. Weer wat geleerd! En de volgende keer… gaat het kompas in mijn jaszak;-)”
Vossen zijn prachtige dieren, maar ook echte ‘moordenaars’. Als ze één kip zouden grijpen en opeten, zou er niets aan de hand zijn. Maar eenmaal in een kippenren, moorden ze alle kippen uit en nemen er maar eentje mee. Ook verslinden zij niet alleen veel weidevogels, maar ook hun eieren. En dat terwijl de weidevogels het op het moment al zo zwaar hebben. Vossen stinken op een bepaalde manier. Ik kan niet uitleggen hoe, maar eenmaal geroken, herken je het een volgende keer heel snel.
* Foto 1: De vos die op de dag 'Mee op de vos' is geschoten.
* Foto 2: Bouwhonden, die worden losgelaten om vossen uit hun bouw te drijven. (‘Gebit op poten, geen verstand’ wordt wel eens gezegd.) Dit was een andere dag op de vos.
* Foto 3 : Soof oefent voor het eerst met een vos. Ook dit was bij een andere dag.
* Foto 4: Vossenpoep, te herkennen aan het puntje aan het uiteinde.